Klimop houdt verdiend punt over aan wedstrijd tegen koploper Attila

Zaterdag 8 februari stond de wedstrijd tegen De Hazenkamp 1 op het programma, een wedstrijd waar Klimop punten zou moeten halen. Dit verliep toch anders.

Het begin van Klimop was zwak en zo staat Hazenkamp na twee minuten al met 3-0 voor. Na enkele minuten begon ook Klimop mee te scoren en zo staat het na een kleine 10 minuten 4-4. Klimop blijft het zichzelf moeilijk maken maar weet dan toch net voor rust op 1 punt voorsprong te komen, dankzij een mooi afstandsschot van Karel.

Na rust begint Klimop weer niet scherp en komt niet aan scoren toe. Pas in de 14e minuut is het raak maar Hazenkamp kan verder uitlopen. Zo eindigt de wedstrijd in een matige 15-13. Een wedstrijd waar Klimop meer uit had kunnen halen.

Zaterdag 15 februari mocht Klimop het opnemen tegen de studenten van Attila 1, die tot dan toe ongeslagen bovenaan stonden. We hebben van horen zeggen dat ze dachten makkelijk te winnen in Asten. Maar in tegenstelling tot de week ervoor begon Klimop sterk aan de wedstrijd en het was de Eindhovenaren al snel duidelijk dat dit niet zo makkelijk ging als ze waarschijnlijk hadden gehoopt. Klimop liet zich niet kennen en van begin af aan werd er goed aangevallen en verdedigd. Er werd de kleedkamers ingegaan met een 7-8 ruststand en Klimop wist dat het kans maakte.

Het was Attila die begin tweede helft kon uitlopen naar een voorsprong van twee goals verschil, maar Klimop die dit weer gelijk trok naar een 12-12.
Met nog vijf minuten op de klok scoort Isa een hele mooie goal waardoor Klimop nog op voorsprong komt. De laatste minuten wordt er nog goed verdedigend werk verricht door Klimop maar helaas mag dit niet baten. Net voor tijd schiet Attila er een afstandsschot in waardoor de wedstrijd eindigt in een 13-13 eindstand.

Klimop mag trots zijn op het resultaat en de superwedstrijd die gespeeld is afgelopen zaterdag! De komende maand is er weer genoeg tijd om te trainen zodat we op 14 maart kunnen knallen tegen Springfield 1, thuis om 16:15 uur.

Maud Janssen

Comments are currently closed.